Bij opdracht 1 maak je een tekening over je emotie die je op dit moment voelt. Dit doe je zelfstandig. Je pakt een A-4 en je kleurt met potlood. Ben jij klaar met de tekening, dan schrijf je je naam erop en lever je hem in bij de juf.

Bij opdracht 2 maak je een mindmap met het woord emoties. De mindmap maak je in een 3-tal. Je maakt de mindmap op een A-4. Er moeten minimaal 10 zijtakken aan het woord vastzitten. Bij al die zijtakken staat ook nog informatie gegeven in minimaal 2 zijtakken. Bijvoorbeeld Bij het onderwerp huisdieren, kan je een zijtak maken met honden, en over die honden kan je dan nog verschillende dingen zeggen, zoals er zijn verschillende soorten honden, iets over de kenmerken, wat eten ze, etc. Zorg ervoor dat de mind map er leuk uit komt te zien. Zijn jullie klaar met de mindmap, dan zetten jullie je naam erop en leveren jullie hem in bij de juf.

Bij opdracht 3 verzin je een verhaal met je 3-tal. Dit verhaal schrijven jullie op een blad dat jullie van mij gekregen hebben. Jullie verhaal moet de volgende emoties bevatten; blij, boos, verlegen en verdrietig. Het verhaal moet minimaal 500 woorden lang zijn. Is je verhaal af, dan schrijven jullie je naam erop en leveren jullie hem in bij de juf. 

Opdracht 4 is een klaar opdracht. Mocht je opdracht 1, 2 en 3 gemaakt hebben kan je opdracht 4 doen. Bij deze opdracht neem je een emotie in gedachten en beeldt één van jullie dit uit. De andere 2 kinderen moeten raden wat de ander uitbeeld. Dit doe je om de beurt. De emoties die je uitbeeldt moet je wel zelf verzinnen.